292 6 September 1912.
a. tot directeur, tevens leeraar in aardrijkskunde
en schrijven, den heer W. A. Roovers;
b. tot leeraar in lezen en Nederlandsche taal,
den heer J. W. van der Linden;
c. tot leeraar in de Fransche taal, den heer
A. M. C. F. Boost; en
d. tot leeraar in de Duitsche taal, den heer
M. C. H. J. Cramerus.
De voorzitter vraagt, of de raad zich met
deze voordrachten kan vereenigen.
De heer VAN HULTEN vraagt, wat de aanleiding
is geweest, om het salaris van den leeraar in het
boekhouden terug te brengen van f 100,— tot f 70,
per wekelijksch lesuur.
De voorzitter antwoordt hierop, dat rekening
is gehouden met de bezoldiging van leeraren aan
andere onderwijsinrichtingen in deze gemeente, spe
ciaal wat de burgeravondschool betreft. Daar bedraagt
de bezoldiging f 40,per wekelijksch lesuur voor
een halfjaarlijkschen cursus. Aan de handelsavond
school duurt de cursus 8 maanden.
Zonder iets te willen afdingen aan de waarde van
de akte boekhouden M. O., meent spreker er toch
op te moeten wijzen, dat aan de burgeravondschool
o. a. ook een leeraar is verbonden in het bezit der
akte natuurkunde M. O., in welk vak onderwijs ge
geven wordt. Deze akte is vrij wat schaarscher dan
die van boekhouden.
De heer O VERING vraagt, waarom de heer van
den Eeden bedankt heeft.
De voorzitter meent, dat de oorzaak hiervan
gelegen is in de regeling van het salaris.