%r 300 6 September 1912. 20. Adres van het comité, gekozen in eene alge- meene vergadering van vakvereenigingen en arbeiders organisaties te Breda, verzoekende te willen overgaan tot de oprichting van een gemeentelijk werkloozenfonds. De voorzitter stelt voor het adres te stellen in handen van burgemeester en wethouders om prae-advies. De heer VAN DEN BRINK verzoekt, het daar heen te willen leiden, dat" deze zaak dan nog voor de behandeling der gemeente-begrooting aan de orde wordt gesteld. De voorzitter zegt, dat hij deze toezegging niet kan doen. Burgemeester en wethouders zullen wel den noodigen spoed betrachten, zoodat de moge lijkheid niet is uitgesloten, dat dit punt nog vóór de begrooting in behandeling komt. De heer VAN DEN BRINK hoopt, dat die moge lijkheid dan ook in werkelijkheid zal worden omgezet. De heer VAN HULTEN vraagt, of dit punt niet gelijktijdig met de begrooting zou kunnen behandeld worden. De voorzitter acht dit minder gewenscht, omdat het eene zaak is van veel aanbelang, die met de begrooting slechts in een verwijderd verband staat. De heer HEIJLAERTS wenscht het comité wel in overweging te geven, om bij de toezending van stukken aan raadsleden, deze behoorlijk te frankeeren,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 300