6 September 1912. 311 Vóór stemden de heeren Lijdsman, J. M. Ingen Housz, Overing, Teychiné, Fr. Smits, mr. W. IngenHousz, Scheltus, Rombouts, Heijlaerts, Bom, Merkelbach van Enkhuizen, Slechtriem, Staal, van Keppel en van Hulten. Tegen waren de heeren Reigersman en van den Brink. De voorzitter deelt thans mede, dat hij ten aanzien dezer verordening art. 70 der gemeentewet zal toepassen en daarvan kennisgeving zal doen aan gedeputeerde staten dezer provincie. De voorzitter stelt alsnu voor, het adres van het bestuur der St. Vincentiusvereeniging aan te houden tot eene volgende vergadering.. Waartoe besloten wordt. 22. Adres van den heer H. Berndes, directeur der gemeente-reiniging alhier, verzoekende hem met ingang van 1 Januari 1913 eervol ontslag te ver- leenen uit die betrekking. De voorzitter zegt, dat de heer Berndes zijne ontslagaanvrage in zooverre heeft willen wijzigen, dat het ontslag zal ingaan met 1 Januari 1913, of zooveel later, als zijn opvolger in functie zal treden. Spreker zegt, dat de gemeente in den heer Berndes verliest een zeer verdienstelijk ambtenaar, die met den meesten ijver en nauwgezetheid zijn taak ver vulde en van den vroegen morgen tot den laten avond op zijn post was. Het spijt hem daarom, dat de heer Berndes den dienst der gemeente gaat verlaten. Spreker stelt alsnu voor, het gevraagde ontslag eervol te verleenen met ingang van 1 Januari 1913,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 311