28 September 1912.
319
raad heeft getoond, dat hij groot belang stelde in
alles, wat de gemeente aanging. In weerwil, dat hij
zich, ter wille zijner betrekking, veelal buiten de
gemeente moest ophouden, woonde hij trouw de
vergaderingen bij en werd zijn oordeel, over de
aanhangige zaken uitgesproken, ook bij verschil van
gevoelen, steeds gewaardeerd. In de commissie voor
de gasfabriek en waterleiding heeft hij zich doen
kennen als een bekwaam technicus en zijne admini
stratieve kennis is mede aanleiding geweest, dat in
de boekhouding dier bedrijven eenige wijziging is
gebracht. Spreker meent dan ook niet te veel te
zeggen, dat het vertrek van den heer Meeuwesen
een verlies is voor de gemeente Breda.
Spreker stelt alsnu voor, het schrijven van den
heer Meeuwesen voor kennisgeving aan te nemen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
4. Adres van de N. V. Ijzergieterijen en email
leerfabrieken „de Etna" en 12 anderen, verzoekende
den doorgang van de brug nabij de gasfabriek te
verbreeden en de vaart aldaar aanmerkelijk uit te
diepen.
De voorzitter stelt voor, dit adres te ver
zenden naar burgemeester en wethouders om
prae-advies.
Waartoe besloten wordt.
5. Adres van de N. V. Bredasche Manufactuur-
handel van Vroom en Dreesman, daarbij ontheffing
verzoekende van art. 14 der bouwverordening voor
deze gemeente ten behoeve van de bebouwing van
een open terrein op het perceel aan de Karrestraat
no. 14.