28 September 1912.
333
tot leeraren in het machineteekenen aan de gemeente-
teekenschool alhier opnieuw te benoemen den heer
H. van Couwelaar te Tilburg en te benoemen den
heer J. B. Resenk te Breda.
De voorzitter deelt mede, dat op deze voor
dracht hedenmorgen de vereischte goedkeuring van
den minister van binnenlandsche zaken is ontvangen
en vraagt, of de raad zich met het voorstel van
burgemeester en .wethouders kan vereenigen.
Niemand der leden hiertegen eenige
bedenking hebbende, wordt besloten voor
het cursusjaar 1912/1913 te benoemen tot
leeraren in het machineteekenen aan de
gemeente-teekenschool alhier de heeren H.
van Couwelaar en J. B. Resenk voor
noemd, op de daarvoor bij verordening
vastgestelde jaarwedde.
1 7. Schrijven van burgemeester en wethouders,
daarbij te kennen gevende, dat, wijl de heer
Meeuwesen heeft opgehouden lid te zijn van den
gemeenteraad, ook eene vacature is ontstaan in de
commissie van bijstand in het beheer der gasfabriek
en waterleiding en in de bijzondere commissie, om
den raad van advies te dienen over tramzaken en
alles wat daarmede in den ruimsten zin in verband
staat, met verzoek deze vacaturen aan te vullen.
De heer VAN HULTEN vraagt, of met de benoe
ming niet gewacht kan worden, totdat de bestaande
vacaturen van raadslid zullen zijn aangevuld.
De voorzitter zegt, dat burgemeester en wet
houders dit niet wenschelijk achten. De commissie
voor de gasfabriek en waterleiding vergadert zeer