28 September 1912.
335
Daartoe worden door den voorzitter twee briefjes
in de bus gedaan, waarop door den heer Rombouts
een dier briefjes wordt getrokken, hetwelk blijkt
den naam te bevatten van den heer Overing.
Zoodat de heer J. G. Overing is be
noemd tot lid der commissie van bijstand
in het beheer der gasfabriek en waterleiding.
Op de desbetreffende vraag des voorzitters
verklaart de heer Overing deze benoeming aan te
nemen.
Daarna wordt overgegaan tot stemming voor een
lid der bijzondere commissie, om den raad van
advies te dienen over tramzaken en alles wat daar
mede in den ruimsten zin in verband staat.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 13
op den heer J. M. IngenHousz, terwijl de heeren
Overing, van Hulten, Lijdsman, mr. W. Ingen
Housz en van den Brink ieder één stem erlangden.
Zoodat tot lid van voormelde commissie
is benoemd de heer J. M. IngenHousz.
De voorzitter zegt, dat hiervan aan den be
noemde zal worden kennis gegeven.
18. Adres van den heer C. W. Plasman alhier,
daarbij ontheffing verzoekende van art. 14 der bouw
verordening, voor wat betreft het hebben van een
gebouw met twee kegelbanen en het uitbreiden
daarvan met ééne baan op het open terrein van zijn
pand aan het van Coothplein no. 35, kadastraal
bekend sectie B no. 4112.