28 September 1912. 339 wordt gehouden op de naleving der bouwverordening. Wat betreft de kwestie, dat het metselwerk der nieuwe politieposthuizen niet op den vasten bodem is aangelegd, daaromtrent kan spreker niets mede- deelen, doch er zal een onderzoek naar ingesteld worden. Aangaande de bevloering van de verhoogde voet paden, hetgeen als proef is geschied, zal men den winter moeten afwachten, om te zien, of de proef aan de verwachtingen beantwoordt. Wat betreft de werken aan de Ginnekenbrug, daar hebben inderdaad invloenngen plaats gehad, hetgeen is toe te schrijven aan den vrij plotseling opgekomen hoogen waterstand, waarop door den aannemer niet gerekend was. Nog deze week heeft de directeur der openbare werken aan burgemeester en wethouders medegedeeld, dat de aannemer zijn uiterste best doet en de termijn van oplevering, niettegenstaande den ondervonden tegenspoed, slechts betrekkelijk weinig zal worden overschreden. 22. De heer VAN DEN BRINK geeft alsnu zijne verwondering erover te kennen, dat onlangs geen lofrede is gehouden bij het aftreden van het raadslid, den heer van Gastel, terwijl dit zooeven wel is geschied op den heer Meeuwesen. Verder dringt spreker erop aan, dat van gemeentewege een abonnement zal worden genomen op het hier ter stede verschijnend weekblad „de Strijd," waar de gemeente reeds abonnementen heeft op de andere plaatselijke nieuwsbladen. Ook in Zaandam heeft de gemeente een abonnement op een daar ter stede verschijnend socialistisch weekblad. De voorzitter antwoordt hierop, dat hij niet als voorzitter van den raad fungeerde, toen het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 339