16 November 1912. 367 wel in de vergadering verschenen tot het geven van inlichtingen. Waarom dus nu niet Maar er is nog iets anders. Spreker kan zich levendig voorstellen, dat burgemeester en wethou ders in staat zijn, verschillende vragen zelf te be antwoorden, maar als het vragen betreft omtrent het technisch beleid, dan kunnen zich daarbij zoovele kwesties voordoen, dat men de beantwoording daar van beter aan den directeur kan overlaten. In de vorige vergadering heeft de heer Lijdsman eene opmerking gemaakt omtrent den aanleg van bouwwerken op den vasten bodem, waarmede spreker het grootendeels eens is. Ook heeft spreker het oog laten gaan op den bouw van het Apollo-theater, naar aanleiding van de tekortkomingen, waarop in een ingezonden stuk de aandacht gevestigd werd. In verband daarmede kan van den directeur, indien hij daartoe in de gelegenheid werd gesteld, een afdoend antwoord verwacht worden. Afgescheiden nog van een aantal andere zaken, acht spreker het daarom wel gewenscht, dat deze punten in het openbaar besproken kunnen worden. Als men nagaat, dat nu reeds geklaagd wordt over de strenge toepassing der bouwvoorschriften, vreest spreker, dat de directeur nog strenger zal gaan optreden en zich strikt houden aan de voor schriften der bouwverordening. Verschillende onder- deelen hangen af van het persoonlijk inzicht van den directeur en die zal wel zorgen, dat hij zijn vingers niet brandt. Uit een oogpunt van algemeen belang is spreker van meening, dat burgemeester en wethouders aan bewust adres wel wat meerdere aandacht hadden behooren te schenken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 367