ÏA 27 Januari 1912. 37 „b. als leeraar aan het gymnasium te bevestigen „op f 777,39, „zulks te rekenen vanaf 1 Januari 1912. „Afschrift van dit besluit zal in tweevoud gezon- „den worden aan de gedeputeerde staten van Noord- „Brabant." Zonder bedenking wordt gemeld ontwerp besluit goedgekeurd. 28. De voorzitter deelt mede, dat hij van den commissaris der Koningin een schrijven heeft ontvangen, berichtende, dat zoodra mogelijk recht streeks aan de Algemeene Rekenkamer behoort te worden ingezonden de laatst opgenomen en gesloten rekening dezer gemeente, belegd met de daarbij be- hoorende begrooting en de bewijsstukken, die voor het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven kunnen dienen, welke stukken gezegde Rekenkamer wenscht te ontvangen tot het instellen van een onderzoek overeenkomstig de voorschriften van art. 59 der wet van 5 October 1841 (staatsblad no. 40), met verzoek te willen bevorderen, dat de nota van aanmerkingen van gedeputeerde staten op de rekening dezer ge meente over 1910 onverwijld, wordt beantwoord, al thans zoo spoedig, dat gedeputeerde staten nog in hunne vergadering van 1 Februari a.s. ten aanzien dier rekening eene beslissing kunnen nemen. In verband hiermede verzoekt spreker, dat bur gemeester en wethouders mogen worden gemachtigd de opmerkingen van gedeputeerde staten, die louter van administratieven aard zijn, te beantwoorden. De heer REIGERSMAN vraagt, of er eene bij zondere aanleiding voor bestaat, dat de rekening door de Rekenkamer moet worden onderzocht. mm/

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 37