29 November 1912,
Tegenwoordig de heeren J. LIJDSMAN, J. M.
INGENHOUS-Z, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L.
TEYCHINÉ, F. C. J. VAN HULTEN, mr. W. INGEN-
HOUSZ, A. P. SCHELTUS, W. G. H. ROMBOUTS,
F. J. M. HEIJLAERTS, A. F. SMITS, A. C. BOM,
mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, J. B. M. MERKEL-
BACH VAN ENKHUIZEN, J. A. H. VAN DEN
BRINK, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R.
Baron VAN KEPPEL en F. A. M. J. SMITS.
Afwezig de heer J. G. OVERING.
Twee vacatures.
Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT,
burgemeester.
Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW.
De voorzitter opent de vergadering en zegt,
dat de notulen van het verhandelde in de vergade
ring van 16 November 1912 nog niet gedrukt zijn,
weshalve hij voorstelt de vaststelling daarvan aan
te houden tot eene volgende vergadering.
Waartoe besloten wordt.