u. 29 November 1912. 395 letterlijk worden opgevat. Bedoeld is te wijzen op het gebrek aan beschikbare geschikte terreinen. Wat betreft de door den heer van Hulten ge noemde cijfers, deze vindt spreker zeer merkwaardig en wat het verkeer aangaat, kan hij die nog met andere cijfers aanvullen, om aan te toonen, dat Breda op het gebied van handel een schitterend figuur maakt, vergeleken bij andere steden. Uit het verslag der staatsspoorwegen over 1910 blijkt, dat in Breda over dat jaar aan vrachtgoe deren zijn aangevoerd 75364000 kilo. In Boermond 50 millioen, in Nijmegen 31 millioen, in Zwolle 21 millioen. Spreker noemt deze cijfers bijzonder frap pant. In Tilburg, alwaar een zeer groot aantal fabrieken gevestigd zijn, bedroeg dit cijfer ruim 97 millioen. Met het reizigersverkeer ging het in 1910 al evenzoo. Spreker heeft eene vergelijking gemaakt met enkele gemeenten, alwaar inklaringskantoren gevestigd zijn, in de hoop, dat ook Breda weldra in dat voorrecht zal kunnen deelen. In Breda kwamen in 1910 aan ruim 290000 reizigers, in 's-Hertogenbosch 237000, in Eindhoven 124000 en in Tilburg 177000 reizigers. Spreker hoopt dan ook, dat pogingen in het werk zullen worden gesteld, om terreinen te bemachtigen, geschikt voor industriëele doeleinden. Men zou daar mede een goed werk doen. Het is hem bekend, dat meerdere industriëen in het afgeloopen jaar te Breda zouden gevestigd zijn, als daartoe geschikte terreinen voorhanden waren geweest. De heer STAAL meent, dat men aan die statistie ken omtrent het goederenvervoer niet al te veel ssy

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 395