396 29 November 1912. waarde moet hechten. Alleen de suikerfabriek ont vangt dit jaar 60 millioen kilo bieten per spoor. Deze fabriek ligt onder Princenhage en zoo zijn er meerdere industriëen in den omtrek, ten behoeve waarvan het vervoer langs Breda plaats heeft. De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN wijst erop, dat, hetgeen in den naasten omtrek gebeurt, ook ten goede komt aan Breda. De suikerfabriek ligt wel op het grondgebied van Princenhage, doch de vele werklieden, die er een goed weekloon ver dienen, wonen deels te Breda en anderdeels besteden ze hier toch een belangrijk deel van hun weekgeld. De heer VAN HULTEN ziet geen enkele reden, om die millioenen kilo's suikerbieten buiten aanmer king te laten. Als voor Tilburg de millioenen kilo's ruw katoen eens buiten beschouwing werden gelaten, zou men daar ook eene onjuiste voorstelling krijgen. De heer VAN DEN BRINK wenscht bij deze alge- meene beschouwingen speciaal het klasse-karakter dezer begrooting aan te toonen. De voorzitter zegt, dat daaromtrent niets in het afdeelingsverslag is vermeld. De heer VAN DEN BRINK antwoordt hierop dat dit achterwege is gelaten, naar aanleiding eener mededeeling van den heer Rombouts, die als voor zitter der afdeeling, waarin spreker zitting had, te kennen gaf, dat daarop altijd bij de algemeene be schouwingen in den raad op kon worden teruggekomen. De voorzitter zegt, dat hij geen bezwaar heeft, dat de heer van den Brink het woord voert, doch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 396