%A*
398 29 November 1912.
zij even over de grens voor V4 of l/B gedeelte van
de koopsom terecht kunnen.
De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN vraagt,
of burgemeester en wethouders bij het domeinbe-
stuur geene stappen zouden willen doen, om bij even
tueel en verkoop van gronden, groote verkavelingen
te maken, welke door hunne ligging voor industrieele
doeleinden geschikt kunnen worden geacht.
De voorzitter antwoordt hierop, dat burge
meester en wethouders daartoe wel bereid zijn.
De heer VAN HULTEN vraagt, of in de veilings-
voorwaarden eene bepaling wordt opgenomen, dat de
te veilen domeingronden voor zekere doeleinden niet
mogen worden gebezigd.
De voorzitter antwoordt hierop ontkennend.
Langs den Haagweg aan de zijde van de openbare
straat moeten de daarop te bouwen woningen aan
zekeren welstand vpldoen, wat betreft de hoogte
der gebouwen.
De heer VAN DEN BRINK, alsnu het klasse
karakter dezer begrooting besprekende, wijst erop,
dat ook thans weer beslist alles geweigerd wordt,
wat ten goede zou kunnen strekken van de arbeiders.
Aan de hand van de beschouwingen over de ge-
meente-begrooting, voorkomende in het weekblad
„de Strijd," tracht spreker aan te toonen, dat niets
in het belang van de arbeiders wordt gedaan, maar
dat het kapitalisme hoogtij viert. Men heeft wel
f 61000,over voor openbare werken, nader door
den raad aan te wijzen, doch niets voor de arbeiders.
Breda zwemt in de centen. Een groote vooruitgang
is te bespeuren in de winsten uit bedrijven, terwijl