27 Januari 1912. 3 „loopige regeling, van de kwestie tegemoet zien. „Over verdere plannen en voorstellen wensch ik „thans niet uit te weiden, doch ik wil slechts een „beroep doen op Uw aller welwillendheid en mede werking, zoowel in den raad als in de talrijke com- missiën uit Uw midden, om datgene te helpen tot „stand brengen, wat strekken kan tot bevordering „van den bloei en de welvaart der gemeente." De heer HEIJLAERTS meent de tolk te zijn van allen, wanneer hij den voorzitter hartelijk dank zegt voor de geuite wenschen en hem wederkeerig alle heil toewenscht. Wij hebben zoo even gekregen, zegt spreker, een aper9u van hetgeen in het afgeloopen jaar is tot stand gebracht en van hetgeen binnen kort in behandeling zal worden gesteld. Voor den raad is daarin gelegen een groote reden van dankbaarheid jegens den voorzitter en om hem toe te wenschen kracht en gezondheid, ten einde zijn ambt met ijver en toewijding te kunnen blijven vervullen. Vooral wijl het initiatief van al die zaken bijna uitsluitend van den voorzitter uitgaat, hoopt spreker, dat in alles de noodige overeenstemming zal worden verkregen en deze geheel aan de wen schen van den voorzitter zal beantwoorden, daarbij de verzekering gevende, dat de raad gaarne met hem zal willen samenwerken in alles, wat tot welzijn der gemeente strekken kan. De vergadering betuigt hare instemming met het gesprokene door den heer HEIJLAERTS. De voorzitter zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 23 December 1911, overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 3