29 November 1912.
401
voor van f 80000,Moet dit als een bewijs van
rijkdom worden aangemerkt Spreker heeft echter
nog nooit gehoord, dat men van leenen rijk wordt.
Geklaagd wordt, dat slechts een post van f 600,
is uitgetrokken voor uitkeering van loon bij ziekte.
Deze post betreft echter alleen het personeel, in
dienst bij openbare werken. Bij de gasfabriek, de
waterleiding en de reiniging is het ziekengeld onder
de arbeidsloon en begrepen. Bovendien, al zou men
dezen post verdubbelen, dan zou dat nog niets baten,
tenzij eene andere regeling omtrent de uitkeering
van loon bij ziekte werd vastgesteld. Indertijd is
hier aangenomen, dat bij ziekte het halve loon zou
worden uitgekeerd. Als een sprekend voorbeeld wil
spreker aanhalen, dat een arbeider, in dienst der
gemeente, nu reeds gedurende 5 jaar het halve loon
als ziekengeld krijgt uitgekeerd. Spreker gelooft
niet, dat er ééne gemeente in Nederland is aan te
wijzen, die dergelijke gunstige bepalingen heeft.
Wat de zweminrichting betreft, moet spreker de
opmerking maken, dat burgemeester en wethouders
nog steeds wachtende zijn het rapport van de raads
commissie, waarvan de heer van den Brink zelf
deel uitmaakt.
De agenten van politie der 2e klasse bereiken in
9 jaar hun maximum, hetwelk f 700,bedraagt.
Dat dit maximum te laag is, kan spreker niet inzien.
Zij hebben nog verschillende andere voordeelen.
Behalve een vrijen dag in de week, hebben zij op
60 jarigen leeftijd aanspraak op pensioen. Bovendien
genieten zij vrije bovenkleeding, eene vergoeding
voor schoeisel en handschoenen, eene toelage voor
het bezit van het politie-diploma en een aandeel in
de renumeratiekas.
De gasprijs is hier, in vergelijking met andere