29 November 1912. 403
begrepen een bedrag van f109000,hetwelk voor
buitengewone uitgaven was bestemd en waarvoor
dus geleend is. Het eigenlijke saldo, als besparing
op den gewonen dienst, bedraagt slechts f 19000,
Had men die f19000,— niet, dan zou het percen
tage van den hoofdelijken omslag met 15/ioo moeten
verhoogd worden. De gasfabriek heeft wel eene
mooie winst gemaakt, maar er moet ook van de
schuld, die daarop kleeft, afgelost worden. De prijs
van het muntgas bedraagt l1/» cent meer, dan het
gas, dat over een gewonen meter geleverd wordt.
Doch daarvoor wordt van gemeentewege ook aange
legd de binnenleiding en tevens de muntgasmeter,
lampen en conforen verstrekt. De muntgasrekening
gaf over 1911 dan ook slechts een overschot van
f 151,terwijl niet uit het oog verloren moet
worden, dat het onderhoud der meters nog zal toe
nemen. De gewone gasverbruikers betalen 6 cent
voor het gas en bovendien nog meterhuur. Deze
moeten zelf voor de leiding, lampen en verdere toe
stellen zorgen, /ij betalen dus meer dan de munt
gas ver bruikers.
De heer VAN DEN BRINK repliceerende, beroept
zich op den rooskleurigen toestand der gemeente-
financiën en acht het een aangewezen kenteeken
van welvaart, als de gemeente in staat is, om veel
geld in leen op te nemen.
De uitkeering van het halve loon bij ziekte acht
spreker te gering. Dat een enkele werkman deze
uitkeering reeds gedurende 5 jaar genoten heeft,
mag niet als maatstaf gelden.
De commissie voor de zweminrichting is door het
vertrek van den heer Meeuwesen weder incompleet
geworden. Spreker wenscht eene groote kostelooze