408
29 November 1912.
voor. Het presentiegeld moet o. i. behouden het ka
rakter van eene tegemoetkoming of vergoeding voor
tijdverlies en mag geen belooning worden.
De heer VAN DEN BRINK zegt, dat hij de voor
steller is geweest van deze verhooging. Als men na
gaat, hoe lang eene vergadering duurt, waarin de
begrooting wordt behandeld en men rekent daarbij
de voorafgaande werkzaamheden, dan zal een raads
lid zoowat 10 a 15 cent per uur verdienen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat men al
leen moet rekenen de uren, die men hier zit. Andere
werkzaamheden of bijeenkomsten moeten buiten be
schouwing blijven. Daarvoor mag geen presentiegeld
gegeven worden. Doorgaans duurt eene raadsverga
dering niet langer dan drie uur. Dat maakt dus f 1
per uur.
De post wordt hierop goedgekeurd.
Antwoord.
Zoolang de tegenwoordige bepaling van art. 196
der algemeene politie-verordening gehandhaafd blijft,
berust het verleenen van ontheffing van het algemeen
sluitingsuur bij den burgemeester, die ons heeft
medegedeeld voornemens te zijn om na herziening
der politieverordening alle bestaande ontheffingen op
dit stuk in te trekken en geene doorloopende ont
heffingen meer te verleenen.
Volgn. 38. Eene groote meerderheid in eene af-
deeling spreekt de wenschelijkheid uit, dat er in den
vervolge een niet zoo ruim gebruik worde gemaakt van
de faciliteit om het sluitingsuur der herbergen van
12 tot 1 uur 's nachts te verlengen. De herbergiers
zelf zeggen, dat het hun tot last strekt.