410 29 November 1912. De heer VAN DEN BRINK vraagt, of het ook in de bedoeling ligt, de jaarwedde van den inspecteur, den adjunct en andere beambten van politie te ver- hoogen. De voorzitter antwoordt hierop ontkennend, omdat de jaarwedden van die ambtenaren eerst twee jaar geleden zijn vastgesteld. De heer Fr. SMITS doet alsnu het voorstel, om aan de Koningin te verzoeken, de jaarwedde van den commissaris van politie met ingang van 1 Januari 1913 met f 200,te verhoogen. Dit voorstel in stemming gebracht, wordt met 17 tegen 1 stemmen aangenomen. Vóór stemden de heeren Lijdsman, J. M. Ingen- Housz, Reigersman, Teychiné, van Hulten, mr. W. IngenHousz, Scheltus, Rombouts, Heijlaerts, A. F. Smits, Bom, Bloemarts, Merkelbach van Enkhuizen, Slechtriem, Staal, van Keppel en Fr. Smits. Tegen was de heer van den Brink. De betrokken post wordt hierop goed gekeurd. In eene andere afdeeling wordt eveneens op advies aangedrongen. Volgn. 38b. In eene afdeeling spreekt een lid de wenschelijkheid uit, dat burgemeester en wethouders spoedig prae advies zullen uitbrengen op het adres der politie-agenten-vereeniging „Ons belang", verzoe kende het daarheen te willen leiden, dat alle agenten van politie na een onafgebroken diensttijd van 14 jaren het maximum van de thans voor hen geldende salarisregeling kunnen bereiken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 410