29 November 1912. 413 Volgn. 76. De meeste leden eener afdeeling steunen het voorstel, om onder dezen post het onderhoud, bediening en toezicht op te nemen van alle min of meer officiëele klokken der stad. Voornamelijk geeft de herhaalde onregelmatige gang van de klok van het Oude-Mannenhuis tot dit voorstel aanleiding. Wij herinneren er aan, dat het Oude-Mannenhuis geen gemeente-eigendom is. Niettemin zullen we ver betering trachten te verkrijgen in den onregelmatigen gang van het daarop geplaatste uurwerk. De heer J. M. INGENHOUSZ zegt, dat hem bij onderzoek gebleken is, dat aan de klok de noodige zorg wordt besteed. Maar het uurwerk schijnt niet te deugen. Fondsen voor de aanschaffing van een nieuw uurwerk zijn in het gesticht niet aanwezig. Aangenaam zal het spreker echter zijn, wanneer het gesticht door collecten of giften in staat wordt ge steld de klok van een nieuw uurwerk te voorzien en waartoe hij zelf gaarne het noodige wil bijdragen. De voorzitter wijst erop, dat het voor het publiek van groot gemak zou zijn, als de klok van een goed loopend uurwerk was voorzien. Volgn. 78. In eene afdeeling wordt door ver scheidene leden geklaagd over de weinige mede werking van het publiek tot het reinhouden der straten en aangedrongen op meer positief optreden der politie of andere maatregelen. Antwoord: Hierop wordt de post goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 413