2U- 21 December 1912. 459 redactiewijzigingen aan te brengen. In art. 7, 2de lid, in plaats van art. 11, sub 3, te lezen art. 6, 3de lid; in art. 10, 2de lid, tusschen de woorden Zon dagen en en in te voegen de woorden op algemeen erkende christelijke feestdagen; in art. 11, 3de lid, in plaats van art. 8, sub 2, te lezen het 2de lid van dit artikel; in art. 27, 2de lid, te laten ver vallen de woorden ter goedkeuring. De heer VAN HULTEN vraagt inlichtingen om trent de bepaling in art. 4, 2 de lid, dat de directeur den burgemeester of de wethouders niet in den eersten of tweeden graad van bloedverwantschap of zwagerschap mag bestaan. De voorzitter zegt, dat die bepaling gewenscht is en ook voorkomt in de verordeningen van andere gemeente-bedrijven. De heer Fr. SMITS vestigt de aandacht op het bepaalde in art. 27, 1ste lid, waarbij aan den direc teur is opgedragen jaarlijks eene begrooting van ontvangsten en uitgaven op te maken. Spreker vraagt, of het wel doenlijk is van eene dergelijke instelling, waarvan de inkomsten en uitgaven zoo wisselvallig zijn, eene behoorlijke begrooting op te maken. De voorzitter zegt, dat eene begrooting voor elk bedrijf noodzakelijk is. Zij is echter niet bindend, maar men dient toch eenige cijfers te hebben. De heer Fr. SMITS zegt, dat in art. 25 niet is genoemd een maximum bedrag van het te verleenen voorschot. Spreker vraagt of dit met voorbedachte rade is geschied. De voorzitter antwoordt hierop, dat daar geen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 459