21 December 1912. 479 Als spreker in het prae-advies zou zien een aanslag op de bevoegdheid van den raad, dan zou hij stellig tegen het voorstel stemmen. Afgezien van enkele kleine wijzigingen, welke later bij de beoordeeling van de bouwplannen nog mochten noodig blijken, is spreker van meening, dat burgemeester en wethou ders wel degelijk verplicht zijn, zich te houden aan de hoofdlijnen, welke in de plannen zijn aangegeven. De heer VAN KEPPEL acht zich verplicht, den heer Bloemarts erop te wijzen, dat in het prae- advies wel degelijk stelling genomen wordt tegen over den raad. Van deze plannen wordt eenvoudig niet gerept. Het is de vorige maal reeds gebleken, dat van de vastgestelde bouwplannen werd afgeweken. Spreker acht het den plicht van ieder raadslid, daar tegen op te komen. De voorzitter wijst erop, dat de heer van Keppel de bijzaken hoe langer hoe meer gaat ver warren met de hoofdzaak. Er wordt een woningtype aangegeven. De raad heeft nu te beoordeelen, of deze type zal voorzien in den woningnood in verband met de behoefte aan dergelijke woningen. Dit blijkt ook uit den considerans van het raadsbesluit. De heer VAN KEPPEL zegt, dat hij enkel aan een type geen cent geeft en dus tegen het voorstel zal stemmen. Het voorstel van burgemeester en wethouders, om het voorschot te verleenen overeenkomstig de voor waarden, genoemd in het ontwerp-besluit, wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 14 tegen 4 stemmen. Vóór stemden de heeren Lijdsman, J. M. Ingen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 479