17 Februari 1912. 47 stand brengt. Nu wordt in het prae-advies wel gezegd, dat het aanleggen van de rioleering en de gas- en waterleidingen in dit geval met groote kos ten zou gepaard gaan, maar onder die kosten zijn ook genoemd de uitgaven voor straatverlichting. Deze kunnen toch niet op rekening van adressant geschoven worden. Voor iemand, die belasting betaalt, is het hard, als hij van het genot van al die ge meentelijke instellingen moet verstoken blijven. Daarom zou spreker in overweging willen geven, om adressant zooveel mogelijk ter wille te zijn, nog te meer, omdat bij verdere bebouwing van dit stads gedeelte, hetgeen in de naaste toekomst te wachten is, toch eene verlenging van de gas- en waterleiding buizen zal moeten plaats hebben. Spreker vindt het wel onbillijk, dat de eene inwoner niet krijgen kan, wat aan anderen wel wordt verstrekt. De voorzitter meent, dat de redeneering van den heer van Keppel niet opgaat, omdat het niet doenlijk is voor één persoon zooveel onkosten te maken. Voor gemeenten met een uitgebreid territoir, zooals Tilburg en Ginneken, zou dat zeer bezwarend zijn. Maar burgemeester en wethouders stellen ook voor, aan adressant te berichten, dat het oog op zijne belangen zal gevestigd blijven. Waarschijnlijk zal dit jaar nog een gedeelte bouwterrein verkocht worden aan de overzijde van den Haagweg. Burge meester en wethouders zullen dan toezien, in hoe ver ook adressant kan geholpen worden. De heer VAN KEPPEL hoopt, dat adressant, als 't er maar eenigszins naar lijkt, in de gelegen heid zal worden gesteld, om zijn pand aan te sluiten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 47