48 17 Februari 1912. De voorzitter zegt, dat bij bebouwing van de overzijde van den Haagweg, het misschien mo gelijk is, door het leggen van eene tijdelijke gas- en waterleidingsbuis, aan het verzoek van adressant gedeeltelijk te voldoen, maar niet voor zooveel be treft de rioleering. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstg het voorstel van burgemeester en wethouders. 6. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij voorstellende aan de heeren J. de Jong Az. en D. J. van Enst, leeraren aan de hoogere bur gerschool, wegens extra-diensten in het jaar 1911 eene vergoeding toe te kennen en wel aan den heer de Jong, die tijdens de ziekte van den Di recteur (de maand Juni) als zoodanig optrad, een bedrag van f 75,en aan den heer van Enst, die tijdens de vacature-BouwMAN (gedurende IV2 maand) de lessen van dien leeraar waarnam, een bedrag van f 150, Dienovereenkomstig wordt besloten. 7. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, met het oog op de buitengewone kasmid delen, waarover thans nog te beschikken is, ver meerderd met op bepaalde tijdstippen ruimer vloei ende inkomsten, voorstellende, om het maximum bedrag, dat door tusschenkomst van de Amster- damsche Bank op prolongatie kan worden uitgezet, te verhoogen met f 100 000,en mitsdien den post hoofdstuk XVI artikel li der uitgaven (tijdelijke belegging van kasgeld) uit te trekken op f 300 000,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 48