17 Februari 1912. 51 „van uitgaven voor den loopenden dienst (kosten „van buitengewone werken, nader door den raad „aan te wijzen en te dekken uit beschikbare mid delen), welke post is geraamd op f 84 849,05. „Vorenbedoelde uitgaven kunnen alzoo bestreden „worden, zonder dat daarvoor eene geldleening be- „hoeft te worden aangegaan." De voorzitter stelt dit punt aan de orde. De heer REIGERSMAN verklaart, dat hij tot zijn leedwezen niet met dit voorstel kan medegaan. Spreker heeft daartegen ernstige bezwaren en is er van overtuigd, dat die bezwaren ook door andere leden zullen worden gedeeld. Dit voorstel vindt zijn oorsprong in de langdu rige droogte van den afgeloopen zomer, toen iedereen klaagde over stof. Spreker heeft zich echter afge vraagd, of al dat stof wel te wijten was aan de verhoogde voetpaden. Eerder wil spreker aannemen, dat dit stof afkomstig is van de aangrenzende straten en singels en, wat de Willemstraat betreft, van den Delprat- en den Academiesingel. .Spreker zou er dus de voorkeur aan geven, om de verhoogde voet paden te behandelen als de wandelpaden in het Valkenberg. Daar klaagt men nooit van stof, om dat er voldoende gesproeid wordt. Een ander groot bezwaar tegen het voorstel be staat er bij spreker ook, omdat de voorgestelde bedekking een zeer nadeeligen invloed zal uitoefe nen op den groei der boomen, die op de verhoogde voetpaden staan. Bovendien zullen deze voetpaden, wanneer ze met tegels bestraat of met eene laag beton bedekt zijn, bij sneeuw en vriezend weer zeer glad en onbegaanbaar zijn. In plaats van een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 51