54 17 Februari 1912. Wat betreft de bezwaren van den heer Reigers man, wijst spreker er op, dat rond de boomen ringen worden aangebracht. Angst voor het sterven der boomen behoeft dus niet te bestaan. Ook in andere plaatsen handelt men op dezelfde wijze, zonder dat er nadeelen van ondervonden worden. Als men de verhoogde voetpaden stofvrij wilde maken door besproeiing, zooals dat in het Valken berg geschiedt, zou men daarvoor in den zomer minstens 6 a 8 vaste arbeiders noodig hebben. Dat zou veel te kostbaar worden. De bewering van den heer Reigersman, dat het stof zou komen van de aangrenzende straten is niet juist. De Academie singel en de Delpratsingel zijn in het afgeloopen jaar door teeren geheel stofvrij gemaakt en toch was er in de Willemstraat voortdurend veel stof waar te nemen. In de Nieuwe Ginnekenstraat en de Wilhelminastraat heerscht bij een beetje winderig weer een ware stofplaag. Men zou daar ook de verharde zijstraten, zooals de van Goorstraat en de Godevaert Montensstraat kunnen teeren. Dat is niet zoo duur. Bovendien is het slechts een proef en wanneer die voldoet, zullen burgemeester en wethouders trachten op den duur alle verhoogde voetpaden stofvrij te maken. De heer REIGERSMAN acht de proef van te grooten omvang en te kostbaar. Spreker houdt er zich van overtuigd, dat de proef niet voldoen zal en blijft de voorkeur geven aan doelmatige besproeiing. De daarvoor benoodigde arbeidskrachten zullen lang niet zooveel kosten als de thans voorgestelde proef. Spreker vindt het overtollig veel geld en noemt het een roekeloos omspringen met de gemeentekas. De heer A. F. SMITS vraagt, of niet reeds een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 54