Id 60 17 Februari 1912. De heer VAN HULTEN ontkent dit niet en zegt, dat werklieden in pu blieken dienst ook niet het recht van staken hebben. Maar men zou toch wel met de ambtenaren kunnen confereeren, waar het betreft de regeling der arbeidsvoorwaarden. Dat geschiedt toch ook in grootere plaatsen, waar men een werkliedenreglement heeft. De heer O VERING juicht de verordening ten zeerste toe. Spreker wenscht echter eene opmer king te maken omtrent den boekhouder bij de gas fabriek, die het vorig jaar genoodzaakt is geworden eene hoogere cautie te stellen. Daardoor heeft hij f 135,onkosten gehad, zonder dat zijn salaris eenigszins verbeterd is. Feitelijk is dus zijn salaris met dat bedrag verminderd. En nu gaat het toch niet aan, als men iemand eene grootere verant woording oplegt, om dan zijn salaris nog te ver minderen. Daarom zou spreker wel in overweging willen geven, aan de verordening, voor zooveel den boek houder betreft, terugwerkende kracht toe te kennen tot 1 Januari 1911, of wel hem eene vergoeding toe te kennen voor de onkosten, die hij door de verhooging van zijne zekerheidstelling heeft gehad. De voorzitter antwoordt hierop, dat over die kwestie van borgstelling heel wat gezegd zou kun nen worden. De zaak is nog bij burgemeester en wethouders in overweging. Alleen wil spreker mededeelen, dat de boekhouder der gasfabriek de vrijheid genomen heeft, die f 135,zonder eenige machtiging, bij wijze van voorschot uit de bedrijfs- kas te nemen. Voor volgende jaren bedragen die kosten maar f 60,Rekening houdende met de meerdere verantwoordelijkheid is nu ook zijn salaris verhoogd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 60