68 17 Februari 1912.
komen overeen met zijne vroegere bewering, dat
de kosten voor de gemeente niet groot zijn.
De heer VAN DEN BRINK sluit zich aan bij
den heer van Hulten en zegt, dat het wel te be
jammeren is, dat indertijd is verworpen eene motie,
om in beginsel tot de oprichting van een werkloozen-
fonds te besluiten en eveneens een voorstel tot het
instellen eener studie-commissie, om het vraagstuk
der werkloozenverzekering te overwegen. Onder die
tegenstemmers behoorden zelfs de eigen partij ge-
nooten van den heer van Hulten. Spreker hoopt,
dat dit adres voor burgemeester en wethouders een
prikkel moge zijn, om deze zaak nog eens goed
onder de oogen te zien.
De voorzitter zegt, dat burgemeester en wet
houders de zaak in overweging zullen houden en
herhaalt zijn voorstel, om het adres thans voor
kennisgeving aan te nemen.
De heer VAN HULTEN meent, dat bij burge
meester en wethouders nog berusten een voorstel
tot instelling eener arbeidsbeurs en een voorstel tot
het instellen eener studie-commissie in zake de op
richting van een werkloozenfonds. Spreker vraagt,
of dit adres niet kan gevoegd worden bij de daarop
betrekking hebbende stukken.
De voorzitter antwoordt hierop, dat daartegen
geen bezwaar bestaat, en stelt alsnu voor het adres
te voegen bij de andere stukken, op dat onderwerp
betrekking hebbende.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
20. Schrijven van burgemeester en wethouders,