70
17 Februari 1912.
naar zijne meening, de verordening belemmerend
werkt. Verleden Zondag werd hier eene propaganda-
vergadering gehouden van spoorwegpersoneel, eene
vakvereeniging. Daar werd het jaarverslag uitgebracht,
rekening en verantwoording gedaan en tevens eene
propagandarede gehouden. Hoe komt men er nu toe,
om van zoo'n vergadering belasting te heffen.
De voorzitter zegt, dat, wanneer op zoo'n ver
gadering publiek wordt toegelaten en daaraan tevens
eenige vermakelijkheid verbonden wordt, daarvoor
belasting verschuldigd is.
De heer VAN HULTEN vraagt, waarom de Volks
zang belasting moet betalen. Die vereeniging moest
zelfs subsidie hebben, in plaats van belast te worden.
De voorzitter antwoordt hierop, dat ook hier
publiek werd toegelaten.
De heer VAN HULTEN vraagt, waarom de offi
cieren vrij zijn, als er voetbalwedstrijden plaats hebben
op het terrein der Koninklijke Militaire Academie.
De voorzitter antwoordt hierop, dat dit een
militair terrein is, waarop ieder militair zich vrij kan
bewegen. Van dezulken kan geen entree gevorderd
worden, zoodat van hen ook geen belasting kan ge
heven worden.
De heer VAN HULTEN meent, dat de wijze,
waarop de verordening wordt toegepast, haar zeer
impopulair maakt.
De voorzitter zegt, dat dit te wijten is aan
de kleingeestige opvatting van sommigen. Als men