84 16 Maart 1912. „toestanden, welke in strijd zijn met de bepalingen „van de artt. 31 en 32 der bouwverordening; „Overwegende, dat ingevolge art. 4, vierde lid „der verordening op de heffing van rechten voor „diensten der gemeente-reiniging (gemeenteblad no. „192) het in gebruik geven en verwisselen van „faecalientonnen door de gemeente, bijzondere gevallen „uitgezonderd, wordt gestaakt met ingang van 1 Januari 1917 „Gelet op art. 72, derde lid der bouwverordening „(gemeenteblad no. 123); „Gehoord de gezondheidscommissie besluit „te bepalen als volgt „lo. Met ingang van 1 Januari 1917 wordt op- geheven de vrijstelling, bestaande krachtens het „derde lid van art. 72 der bouwverordening, voor „zooveel betreft bhet hebben van bij het in werking treden „der bouwverordening bestaande loozingen van „faecalien op openbare wateren of gemeenteriolen. „2o. Met ingang van 1 Mei 1912 wordt op geheven de vrijstelling, bestaande krachtens het „derde lid van art. 72 der Bouwverordening, voor „zooveel betreft „3o. Burgemeester en wethouders kunnen voor „bijzondere gevallen het vervallen der vrijstelling, „a. het hebben van faecalientonnen, verstrekt „van gemeentewege „a. het hebben van inrichtingen, niet vallende „onder a of b van het bepaalde onder 1 o. hierboven „b. het hebben van inrichtingen, niet voldoende „aan de bepalingen van art. 31 of 32 der bouw verordening.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 84