96
16 Maart 1912.
een grondig onderzoek. De commissie moet echter
niet het karakter krijgen, dat zij bevoegd is zelf
standig voorstellen aan den raad te doen, maar
alleen om van advies te dienen, als haar dat ge
vraagd wordt.
De voorzitter zegt, dat hem thans eerst blijkt,
wat de heer Van Hulten bedoeld heeft. Maar tusschen
de bedoeling en het voorstel, zooals het daar ligt,
bestaat een groot verschil.
De wet onderscheidt commissien van bijstand en
commissien van voorbereiding. De eersten kunnen
alleen in het leven worden geroepen op voordracht
van burgemeester en wethouders. Van deze com
missien is altijd de burgemeester of een der wethou
ders voorzitter.
Eene commissie van voorbereiding kan door den
raad worden ingesteld zonder medewerking van bur
gemeester en wethouders. De raad benoemt er
jaarlijks de voorzitters en de leden van en doet
hunne namen bekend maken. Aan de hand van art.
54 der gemeentewet verklaart spreker het onder
scheid tusschen de beide soorten van commissien.
Wat staat er nu in het voorstel van den heer
van Hulten?
Art. 2 van de aangeboden ontwerp-verordening
luidt, dat de commissie bestaat uit een voorzitter,
door burgemeester en wethouders aan te wijzen, en
drie leden. Dat is in strijd met de wet. Het eerste
lid van art 54 der gemeentewet zegt: De raad kan
vaste commissien zijner leden belasten met de voor
bereiding van hetgeen, waarover hij heeft te be
sluiten. Hij benoemt er jaarlijks de voorzitters en
leden van en doet hunne namen bekend maken.
Burgemeester en wethouders kunnen dus den