98 16 Maart 1912. Uit de daarover door burgemeesters en wethouders dier gemeente uitgebrachte prae-adviezen, zooals die in het tijdschrift „Gemeentebelangen" zijn vermeld, citeert spreker o.a., dat de grenzen, wat onder sociale en niet-sociale belangen moet worden gerekend, niet met juistheid zijn aan te geven, en dat burgemeester en wethouders evengoed over de noodige gegevens kunnen beschikken als eene commissie uit den raad. Spreker verwacht derhalve van eene dergelijke commissie geen heil, doch slechts verwarring en ver traging in de afdoening van verschillende onder werpen. Als voorbeeld wijst spreker op de nieuwe loon regeling, welke op het einde van het vorig jaar hier is tot stand gekomen. Dat is zeker wel een onder werp, waarover die commissie zou moeten worden gehoord. De commissie zou zich dan eerst in de zaak hebben moeten inwerken; daarna zouden burgemeester en wethouders daarover een prae-advies hebben moeten uitbrengen en dat alles zou slechts tot vertraging en wellicht verwarring hebben aanleiding gegeven. Door het gemeentebestuur van den Haag is ook een onderzoek ingesteld naar hetgeen op dat gebied in het buitenland geschiedt en waarvan spreker het resultaat voorleest. Spreker heeft dit alleen willen aanhalen, omdat ook de heer van Hulten in zijn voorstel naar het buitenland verwijst. Dat burgemeester en wethouders zich alleen in staat achten, om op sociaal gebied de noodige voor lichting te kunnen geven, staat in het prae-advies niet. Maar wel onder restrictie van de verschillende reeds bestaande commissien. En die commissi en, waarvan er spreker eenige opnoemt, zijn zeer talrijk. Waar in groote gemeenten de behoefte aan eene commissie, zooals door den heer van Hulten wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 98