104 5 April 1913. „der concessie het haar in eigendom toebehoorende „terrein met opstallen aan de Baronielaan, kadastraal „bekend als gemeente Ginneken sectie H. nummer „897, huis, remise en erf, groot 16 aren en 80 „centiaren aan de gemeente Breda tegen vergoeding „in vollen en vrijen eigendom over te dragen, terwijl „op de gemeente Breda de verplichting rust om „dan een en ander te aanvaarden. „Gelijke verplichtingen rusten op partijen ten „aanzien van het rollend materieel, bestaande uit „twaalf personenwagens. „Onverminderd het bepaalde in art. 1 6 der thans „geldende concessie-voorwaarden is de concessionarisse „verplicht tijdens den duur der concessie alles goed „te onderhouden. „De levering van een en ander zal plaatshebben „op den dag van het ophouden der exploitatie, de „betaling uiterlijk zes maanden na dien dag, even tueel onder bijbetaling van rente berekend ad 4% ,,'s jaars. d. „De onder c bedoelde vergoeding zal bedragen le. „Voor het terrein met opstallen twintig duizend „vijf honderd gulden (f 20500,verminderd met „twee procent (2 °/0) ten honderd over zeventienduizend „vijf honderd gulden (f 17500,—) wordende dit be trag geacht te zijn de stichtingskosten van de „opstallen over elk der jaren 1901 tot en met het „jaar, waarin deze concessie eindigt. 2e. „Voor het rollend materieel als: „acht personenwagens, waarvan het eerste exploi tatiejaar zal geacht worden te loopen over 1902, „veertienduizend zevenhonderd en zeventig gulden „(f 14770,—); „één personenwagen, waarvan het eerste exploita-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 104