106 5 April 1913. „straat staken. Het onderhoud der eerstomschreven „lijn blijft voor rekening der gemeente. g. „De concessionarisse is verplicht tot persoonlijke „borgstelling ten genoegen van burgemeester en „wethouders van Breda ter verzekering van de „nakoming der op haar rustende verplichtingen, „voortvloeiende uit deze verlenging der bestaande „concessie. h. „Indien de concessie aan de Ginnekensche „tramwegmaatschappij voor de door haar geëxploi teerde tramlijn wordt verlengd onder meer gunstige „bepalingen, speciaal wat betreft den termijn van „verlenging, dan hierin zijn omschreven, zullen die „gunstiger bepalingen ook van toepassing zijn op de „hierbij verleende concessie." De voorzitter stelt dit punt aan de orde. De heer SASSEN zou de zaak willen aanhouden, totdat wat meer bekend is omtrent de onderhande lingen met de andere tramwegmaatschappijen. De voorzitter zegt, dat daartegen groot bezwaar bestaat; 't zijn bovendien heterogene zaken. De heer VAN HULTEN stelt de volgende motie voor „de raad der gemeente Breda „overwegende, dat de manier, waarop de concessie- verlenging van den Mastboschtram aan de orde „komt, is een aanslag op de autoriteit van den raad „overwegende verder, dat elke toelichting of in lichting ter beoordeeling van het voorstel aan den „raad is onthouden, waardoor de gevolgen van dit „besluit nu nog niet kunnen worden overzien; „besluit, dit voorstel van de agenda af te voeren."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 106