5 April 1913. Ill Zonder bedenking wordt gemeld voorstel eveneens goedgekeurd. 28. Adres van den heer P. J. van Roermund alhier, daarbij tegen 1 Juli a. s, eervol ontslag ver zoekende uit zijne betrekking van onderwijzer aan de openbare lagere school aan de Middellaan alhier en zulks wegens benoeming in gelijke betrekking te Amsterdam. De voorzitter stelt voor, het gevraagde ont slag eervol te verleenen met ingang van 1 Juli a. s. Dienovereenkomstig wordt besloten. 29. Adres van het bestuur der voetbalvereeniging „Houdt moedig stand" alhier, daarbij verzoekende ontheven te worden van de huur van het terrein, gelegen nabij de cavalleriekazerne onder Teteringen ten noorden van den Lovenschen Dijk, en zulks op grond, dat de vereeniging heeft opgehouden te bestaan. De voorzitter stelt voor, het verzoek in te willigen en adressanten mitsdien van de huur te ontslaan te rekenen van 1 April jl. Dienovereenkomstig wordt besloten. 30. Adres van het bestuur van den Bredaschen Bestuurdersbond, dd. 4 April 1913, verzoekende te willen bepalen, dat in de besteksbepalingen van door de gemeente aan te besteden en uit te voeren werken worden opgenomen de artikelen 1638c en 1638dvan het Burgerlijk Wetboek (wet op het arbeidscontract) met dien verstande, dat de clausule gevoegd bij art. 1638c vervalt, welke luidt: „Van de bepalingen van „dit artikel mag alleen bij schriftelijk aangegane „overeenkomst of bij reglement worden afgeweken".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 111