132 17 Mei 1913. hij zich ook thans niet kan vereenigen met de argumenten in het ontwerp-antwoord van burgemeester en wethouders uitgedrukt. Uit den overgelegden staat van wanbetalers heeft spreker de overtuiging gekregen, dat er verschillende posten bij zijn, waar van niets terecht kan komen. De voorzitter zegt, dat er wel nalatigen zijn, die heel goed betalen kunnen. De heer BLOEMARTS meent, dat er ten aanzien van die wanbetalers absoluut geen bezwaar bestaat, om te handelen in den geest, zooals door den rechts kundigen adviseur is aangegeven. De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN kan zich wel met het voorstel van burgemeester en wet houders vereenigen. Het is niet zoozeer te doen, om een aanvankelijk succes in winste te behalen, maar wel om te toonen, dat de gemeente hare rechten wenscht te handhaven. De voorzitter wijst hierbij nog op het verschil in de wijze van uitvoering, wanneer het belastingen geldt. De gas- en waterrechten worden, als eene gewone handelszaak beschouwd, die alleen langs ci- vielen weg kunnen ingevorderd worden. Verschillende personen, die naar elders verhuisd zijn, zenden de kwitantie onbetaald terug. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. De heer BLOEMARTS wenscht aanteekening in de notulen, dat hij tegen dit voorstel is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 132