138 17 Mei 1913. „lo. dat dagelijks minstens vier ritten heen en „terug over het boven omschreven traject zullen „worden gedaan „2o. dat als plaats van afrit en aankomst wordt „gekozen een door ons college aan te wijzen punt „op de Groote Markt of elders; „3o. dat de dienst zal aanvangen vóór of op 1 „Augustus e.k. en gedurende de geheele exploitatie „dagelijks (overmacht, door sneeuw b.v., uitgezonderd) „zal worden voortgezet; en ,,4o. dat de subsidie vervalt vanaf den dag, dat „een of meer dezer voorwaarden niet worden nageleefd. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit prae-advies kan vereenigen. De heer VAN HULTEN meent, dat de subsidie regeling eenigszins in strijd is met de redeneering van burgemeester en wethouders, dat de onderne ming in het belang is der gemeente. Voor het eerste jaar zou de subsidie bedragen 35 cent per rit, terwijl die in het 5de jaar slechts 7 cent per rit bedraagt en daarna geheel zal ophouden. Spreker zou wel in overweging willen geven om gedurende 5 jaar jaar lijks f 500,subsidie toe te staan. De voorzitter zegt, dat burgemeester en wet houders van het standpunt zijn uitgegaan, dat de onderneming in het 5de jaar moet bewezen hebben levensvatbaarheid te bezitten. Het aantal ritten is overeenkomstig het plan, door adressanten zelf op- „Klundert en terug eene subsidie toe te kennen „van f 500,voor het 1ste, f400,voor het 2de, „f 300,voor het 3de, f 200,voor het 4de en „f 100,voor het 5de exploitatiejaar, onder voor gaarden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 138