21 Juni 1913. 161 De heer van Keppel is wel naar elders vertrokken, maar volgens de gemeentewet blijft hij lid van den raad, totdat zijn opvolger benoemd is. Nadat de voorzitter nog heeft medegedeeld, dat er geen bezwaar bestaat, dat ieder lid van den raad, die er belang in stelt, de bijeenkomst bijwoont, wordt het voorstel van burgemeester en wethouders zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 21. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, in verband met art. 28 der verordening tot regeling van de pensioenen der gemeente-ambte naren en hunne weduwen en weezen, voorstellende, den pensioensgrondslag van den nieuw benoemden directeur der gemeente-reiniging, den heer M. F. M. G. Keulen, te rekenen van 1 April 1913 (datum van indiensttreding) vast te stellen op f 1725, zijnde hieronder begrepen een bedrag van f 325,— wegens het genot van vrije woning. Zonder bedenking wordt gemeld voorstel goedgekeurd. 22. Voorstel van burgemeester en wethouders, tot toekenning eener jaarlijksche toelage aan den eervol ontslagen directeur der gemeente-reiniging, den heer H. Berndes luidende als volgt „Naar aanleiding van het hierbij gaand schrijven „der reinigingscommissie hebben wij de eer U mede „te deelen, dat wij de gronden, waarop de commissie „haar denkbeeld om aan den eervol ontslagen direc teur der gemeente-reiniging H. Berndes eene jaar tij ksche toelage te verleenen alleszins juist achten. „Wij kunnen daar nog bijvoegen, dat de heer H. „Berndes door zijn koopmanschap en zijne wijze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 161