26 Juli 1913.
177
voor de verleende subsidie van f 300,ten behoeve
van het onlangs gehouden festival.
De voorzitter stelt voor, al deze stukken voor
kennisgeving aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.
5. Schrijven van den heer dr. E. J. Haslinghuis
alhier, daarbij wegens zijne benoeming tot adjunct
secretaris bij de rijkscommissie tot het opmaken en
uitgeven van een inventaris en eene beschrijving
der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en
kunst, eervol ontslag verzoekende uit zijne betrek
kingen van leeraar aan de hoogere burgerschool en
van tijdelijk leeraar aan de burgeravondschool.
De voorzitter stelt voor, het gevraagde ont
slag als leeraar aan de hoogere burgerschool eervol
te verleenen met ingang van 12 October e.k. of
zooveel vroeger als in de vacature zal zijn voorzien.
Spreker deelt verder mede, dat burgemeester en
wethouders van oordeel zijn, dat een ontslag als
leeraar aan de burgeravondschool niet noodzakelijk
is, wijl die functie slechts tijdelijk is en de benoe
ming voor een cursusjaar is geschied, zoodat de be
trekking van zelf afloopt bij het einde van het
cursusjaar, zijnde 1 October a.s.
Zonder bedenking wordt overeenkomstig
het voorstel des voorzitters besloten
6. Adres van den heer A. van Aken alhier,
betreffende eene weigering, om hem middellijk het
aanbrengen eener dakbedekking op te dragen.
Bij dit adres is gevoegd het volgend prae-advies
van burgemeester en wethouders.