26 Juli 1913. 179 werk niet ten genoegen van burgemeester en wet houders uitgevoerd. Er bestaat echter geen bezwaar, om hem de reden nogmaals mede te deelen, ofschoon hij naar den bekenden weg vraagt. De heer Fr. SMITS meent, dat men den man geen dienst er mede zou bewijzen, indien men uit voerig op de zaak inging. Hoe minder erover ge sproken wordt, des te beter is het voor adressant. De heer SLECHTRIEM acht de punten, die door den directeur in zijn rapport zijn aangehaald, van te weinig gewicht, om adressant voor goed uit te sluiten van werken ten behoeve der gemeente. De moge lijkheid kan bestaan, dat de man de dupe is geworden van zijn ondergeschikt personeel. Als het werk echter niet voldaan had aan hetgeen men verlangde, had het afgekeurd moeten worden. Spreker zou het dus jammer vinden, dat adressant voortaan voor goed van alle werken voor de gemeente was uitgesloten en wil daarom aan het antwoord nog toevoegen, dat in het vervolg op zijne belangen zal worden gelet. De voorzitter is het eens met den heer Fr. Smits, dat hoe minder over deze zaak gesproken wordt, hoe meer dit is in het belang van adressant. De gemeente heeft alleen met den onderhoudsaannemer Brouwers te maken. Het is echter geenszins de bedoeling, om adressant voor alle volgende gelegen heden uit te sluiten. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 7. Adres van het Hoofdbestuur der commissie voor de viering van de 100-jarige onafhankelijkheid

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 179