26 Juli 1913. 181
Het schijnt wel, dat burgemeester en wethouders
nog nooit een feest hebben mede gemaakt. Andere
en veel kleinere gemeenten geven heel wat meer
subsidie. Bergen op Zoom o. a. geeft f 4000,
Voor de Academiefeesten werd indertijd f 10000,
toegestaan. Spreker had het voorrecht toen voor
zitter van de regelingscommissie te zijn en weet
dus bij ondervinding, dat met f 2000,onmogelijk
een behoorlijk feest kan worden gevierd.
Spreker houdt het ervoor, dat de commissie een
parig haar ontslag zal nemen, als de raad slechts
f 2000,toestaat, omdat voor dit bedrag niets
gedaan kan worden. En als het feest niet slaagt,
krijgt de commissie de schuld.
Nu kan men wel zeggen, dat er geen buurt-
commissien gevormd hadden behoeven te worden,
waardoor de algemeene collecte meer had kunnen
opbrengen, doch elke plaats heeft haar eigenaardig
heden bij feestvieringen. In Breda houdt men nu
eenmaal van buurtcommissien. Daar geven de in
gezetenen het liefst aan. Spreker stelt derhalve voor,
voor dit zoo bij uitstek nationale feest het gevraagde
crediet van f 6000,toe te staan.
De heer VAN HULTEN heeft niet zooveel onder
vinding van de kosten van feestvieringen als de heer
Teychiné, doch wel weet hij bij ondervinding, dat
de voorstellen van burgemeester en wethouders in
dit opzicht in den regel zeer zuinig zijn en de raad
er gewoonlijk nog wat bij doet. Spreker juicht het
toe, dat burgemeester en wethouders voorstellen om
de versiering van de Markt voor rekening van de
gemeente te nemen, wijl hij het beter vindt, dat
die versiering in handen van burgemeester en wet
houders blijft. Aannemende, dat de kosten daarvan