182
26 Juli 1913.
f 1000,zullen bedragen, kan het aangevraagde
crediet met dat bedrag worden verminderd en stelt
spreker voor de subsidie te bepalen op f 5000,
De heer Fr. SMITS wijst er op, dat het niet gaat
om eene vaste subsidie, maar om een gevraagd cre
diet en dat het lang niet zeker is, dat het gevraagde
zal noodig zijn. Hetgeen er overschiet, blijft in de
gemeentekas. Spreker is er van overtuigd, dat het
gevraagde crediet niet te hoog is, als men degelijk
voor den dag wil komen. Daarom ondersteunt hij
het voorstel van den heer Teychjné.
De heer STAAL heeft het genoegen gehad bij de
Academiefeesten penningmeester van de commissie
te zijn, en kan er dus eenigszins over oordeelen,
wat feestvieren kost. Toen was er een crediet van
f 10 000,toegestaan, waarvan nog geld overge
bleven is. Spreker zou dus niet willen beknibbelen,
te meer, wijl de feestviering in goede handen is.
De heer REIGERSMAN juicht het ten zeerste
toe, dat men zuinig is, doch het geldt hier een bij
uitstek nationaal feest. Als men een blik terugslaat
op hetgeen Nederland in 1813 was en op hetgeen
het thans is, dan heeft men alle reden om zich in
hooge mate gelukkig te gevoelen. Spreker herinnert
eraan, dat zijn vader, die in 181 3 te Breda geboren
is, toen hij 14 dagen oud was, met zijne moeder
vele dagen heeft moeten doorbrengen in de kelders
van het stadhuis om beveiligd te zijn voor de bom
men der Franschen.
Gaarne zou spreker derhalve zien, dat de ge
vraagde som onbeknibbeld werd toegestaan.
De voorzitter zegt, dat burgemeester en wet-