26 Juli 1913.
189
De voorzitter stelt voor, deze rekening met
de daarbij behoorende bescheiden tot onderzoek en
rapport te stellen in handen eener commissie van
drie leden.
Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den
raad, dat de voorzitter die commissieleden zal
aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd
de heeren Reigersman, Sassen en J. M. IngenHousz.
13. Schrijven van burgemeester en wethouders,
daarbij ter goedkeuring aanbiedende de navolgende
staten van oninbare en nog te verhalen posten, be
trekking hebbende op de rekening over 1912, te
weten
Hoofdei ij ke omslag.
1 ste staat betreffende de primitieve
kohierenf 1915,40
2 de staat betreffende de primitieve
kohieren- 529,07
Staat van het 1ste aanvullingskohier - 123,50
2de - 165,50
3de - 3,00
4de - 18,50
Schoolgelden.
lager- en meer uitgebreid
ni lager onderwijs f 143,30 i
aa I hoogere burgerschool - 30,00 f 175,80
ambachtsschool - 2,50 1
Zegelgelden.
Staat, betreffende zegelgelden van aan
slagbiljetten in den hoofdelijken omslag f 4,446
Oninbare posten.