18 25 Januari 1918. „Blijkens de bijgevoegde berichten van den Inspecteur „der gymnasia en den Inspecteur van het middelbaar „onderwijs bestaat bij hen tegen het verleenen van „eervol ontslag geen bezwaar, zoodat wij de eer „hebben, u voor te stellen het door den heer Siegmund „gevraagde ontslag eervol te verleenen met ingang „van 1 April 1913. „Wat het tweede gedeelte van het verzoek aangaat, „achten wij geene termen aanwezig, tot inwilliging „daarvan te besluiten. Daardoor zou een precedent „gesteld worden, hetwelk in de toekomst tot vér strekkende gevolgen zou kunnen leiden. „Wij hebben de eer u mitsdien voor te stellen, „aan adressant te berichten, dat dit gedeelte van „het verzoek voor kennisgeving is aangenomen". De voorzitter vraagt, of de raad zich met het voorstel van burgemeester en wethouders kan ver eenigen. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereen komstig besloten. 19. Adres van mejuffrouw S. R, Jansen alhier, eervol ontslag verzoekende uit hare betrekking van onderwijzeres in de nuttige handwerken voor meisjes aan de openbare tusschenschool aan de Ginnekenstaat alhier. Bij dit adres is gevoegd een voorstel van burge meester en wethouders, strekkende om het ontslag eervol te verleenen met ingang van 1 Februari a.s. Zonder bedenking wordt besloten over eenkomstig gemeld voorstel. •20. Adres van den heer J. A. Olthoff alhier, verzoekende, wegens vertrek uit de gemeente, te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 18