198 26 Juli 1913. nemen in de bijzondere commissie voor de tramzaken en hetgeen daarmede in den ruimsten zin in ver band staat. De heer VAN HULTEN stelt voor de benoeming aan te houden tot na de installatie der nieuwbe noemde raadsleden. De voorzitter zegt, dat èn de commissie èn burgemeester en wethouders van oordeel zijn, dat de aanvulling der vacature zoo spoedig mogelijk behoort te geschieden. Vanwege de provincie wordt dejd' meeste;/ spoed betracht in zake de electriciteits- voorziening, zoodat het niet onmogelijk is, dat binnen kort eene belangrijke beslissing zal moeten genomen worden. Het voorstel van den heer van Hulten wordt niet voldoende ondersteund en kan alzoo geen punt van behandeling uitmaken. Alsnu wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 14 op den heer Sassen, 2 op den heer Merkelbach van Enkhuizen, 1 op den heer Teychiné en 1 op den heer Slechtriem. Zoodat de heer H. A. Sassen is benoemd tot lid der bijzondere commissie voor de tramzaken en hetgeen daarmede in den ruimsten zin in verband staat. 23. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, in verband met het bepaalde bij art. 89 der armenwet, ter vaststelling aanbiedende een ge wijzigd reglement voor het oude-mannenhuis alhier.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 198