25 Januari 1913.
Tegenwoordig de heeren J. LIJDSMAN, J. M.
INGENHOUSZ, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L.
TEYCHINE, F. C. J. VAN HULTEN, F. A. M. J.
SMITS, mr. W. INGENHOUSZ, A. P. SCHELTUS,
W. G. H. ROMBOUTS, A. F. SMITS, A. C. BOM,
mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, J. B. M. MER-
KELBACH VAN ENKHUIZEN, W. J. SLECHTRIEM,
L. J. STAAL, J. R. Baron VAN KEPPEL, W. J. A.
LOOMANS, H. A. SASSEN en N. J. H. VAN
GROENEND AEL.
Afwezig de heer F. J. M. HEIJLAERTS.
Eéne vacature.
Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT,
burgemeester.
Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW.
De voorzitter opent de vergadering en deelt
mede, dat is ingekomen een schrijven van den heer
Heijlaerts, berichtende, dat hij wegens ongesteldheid
verhinderd is, deze vergadering bij te wonen.
Vervolgens zegt spreker, dat de notulen van het
verhandelde in de vergaderingen van 29 November
en 21 December 1912, overeenkomstig het bepaalde
bij art. 8 van het reglement van orde voor den
gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben