200
26 Juli 1913.
komen, vraagt spreker. Vroeger heeft het inkoom-
geld ook f 80,bedragen, doch eenige jaren geleden
is het op f 40,teruggebracht. Gedrongen door
de noodzakelijkheid, om in eene vernieuwing van het
gebouw te kunnen voorzien, is deze verhooging voor
gesteld, maar niet, om de bezittingen van het gesticht
te vermeerderen. Het oude-mannenhuis is eene phi-
lantrophische instelling, waarin ouden van dagen eene
behoorlijke verzorging vinden. Om in de toekomst
de ouden van dagen te kunnen blijven helpen, is
het noodig, dat er een fonds wordt gesticht, ten
einde het gebouw, hetwelk oud en versleten is, be
hoorlijk te kunnen vernieuwen en onderhouden.
Anders zou er wel eens een tijd kunnen komen,
dat het gebouw zoo slecht werd, dat in het geheel
geen broeders meer konden worden opgenomen.
Daartoe strekt de voorgestelde verhooging, doch niet
om meer geld en meer winst te maken. Als men
verder nagaat, dat het inkoomgeld slechts eenmaal
behoeft te worden betaald, dat men op büjarigen
leeftijd reeds in het gesticht kan worden opgenomen
en dat de broeders genieten vrije voeding, onder-
derkleeding, doctor en apotheker, terwijl zij nog op
kosten van het gesticht begraven worden, dan dient
te worden erkend, dat een bedrag van f 80,zeer
gering is.
De heer VAN HULTEN zal zich niet storen aan
de opmerking van den heer IngenHousz, dat ieder
lid zich beter op de hoogte moet stellen van de
zaken, welke hier behandeld worden. Spreker onder
zoekt de zaak naar beste weten en zal spreken,
wanneer hij denkt, dat het zijne plicht is. Overigens
moesten er betere gegevens te vinden zijn in de
rekening, zooals die in het gemeenteverslag is op-