202 26 Juli 1913. De heer VAN HULTEN verzoekt aanteekening in de notulen, dat hij tegen de voorgestelde verhooging van het inkoomgeld der broeders is. 24. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij een crediet verzoekende van f 560,voor het aanschaffen van gedenkplaten, ter gelegenheid van het eeuwfeest van Nederlands onafhankelijkheid, uit te reiken aan de leerlingen van alle openbare en bijzondere scholen, van de ambachtsschool, van de hoogere burgerschool en het gymnasium. Zonder bedenking wordt besloten het gevraagde crediet te verleenen en tevens bepaald, dat deze uitgaaf zal worden ge bracht ten laste van den post „onvoorziene uitgaven" der begrooting voor 1913. 25. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verlenging van de bestaande concessie met de Ginnekensche tramwegmaatschappij, luidende als volgt: „Zooals U bekend is eindigt op 31 December e.k. „de thans bestaande concessie voor de Ginnekensche tramwegmaatschappij „Na gevoerde correspondentie met de betrokken „maatschappij is overeenstemming verkregen omtrent „de voorwaarden, waaronder verlenging der concessie „kan plaats hebben. „Wij hebben de eer U mitsdien voor te stellen de „bestaande tramconcessie te verlengen onder de „volgende voorwaarden: a. „De tegenwoordige concessie wordt op de „bestaande voorwaarden, voor zoover daarvan hier onder niet wordt afgeweken, verlengd met ingang „van 1 Januari 1914 tot uiterlijk 1 Januari 1920.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1913 | | pagina 202