16 Augustus 1913.
217
het doen van af- en overschrijvingen op posten van
de begrooting is onderworpen aan de goedkeuring
van burgemeester en wethouders. Spreker vraagt,
waarom dit laatste aan de beslissing van den raad
is onttrokken.
De voorzitter antwoordt hierop, dat zulks is
geschied ter wille van den eenvoud in de administratie.
In den regel loopen die af- en overschrijvingen slechts
over geringe bedragen. Ook bij de bedrijven der
gasfabriek en waterleiding geschieden die af- en
overschrijvingen door burgemeester en wethouders
en daarbij loopen ze soms over vrij aanzienlijke
sommen.
Niemand der leden tegen het overge
legde ontwerp overigens eenige bedenking
hebbende, noch eenige inlichtingen dien
aangaande verlangende, wordt gemeld ont
werp zonder hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
9. Geloofsbrieven van de bij de periodieke ver
kiezingen op 24 Juni j.l. en de daarop gevolgde
stemming en herstemming, respectievelijk op 4 en
15 Juli j.l., herkozen en nieuwgekozen raadsleden,
zijnde de heeren mr. P. M. J. E. Bloemarts voor dis
trict I en C. L. Stulemeijer voor district III, als
mede de geloofsbrieven van den heer C. L. Stule
meijer, die bij de tusschentijdsche verkiezing op
16 Juli j.l. bij enkele candidaatstelling is gekozen
tot lid van den raad voor district III.
Op voorstel van den voorzitter wordt besloten
eene commissie van drie leden te benoemen tot het
onderzoek der geloofsbrieven en het doen van ver-