16 Augustus 1913.
219
10. Schrijven van burgemeester en wethouders,
daarbij, met overlegging van het advies van den
arrondissementsschoolopziener en van het ingewonnen
bericht van het hoofd der school, ter benoeming tot
onderwijzeres aan de openbare tusschenschool aan
de Nieuwehuizen alhier voordragende
1. Mej. M. J. I. Jansen te Breda,
2. L. M. A. van Nijnanten te Rijnbergen, en
3. M. P. J. Quanjer te Galder.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 19 stemmen, waarvan 14
op mej. van Nijnanten en 5 op mej. Jansen.
Zoodat is benoemd tot onderwijzeres
aan de openbare tusschenschool aan de
Nieuwehuizen alhier mej. L. M. A. van
Nijnanten, thans onderwijzeres te Rijs-
bergen, op de aan die betrekking verbonden
jaarwedde, overeenkomstig de bepalingen
der verordening, regelende de jaarwedden
van het onderwijzend personeel aan de
openbare lagere scholen in deze gemeente,
in te gaan met den dag harer infunctie
treding en onder voorwaarde, dat de be
noemde, eervol ontslag verlangende, het
verzoek daartoe minstens drie maanden
te voren behoort in te dienen.
11. Schrijven van burgemeester en wethouders,
daarbij met overlegging van het advies van den
arrondissementsschoolopziener en het ingewonnen be
richt der betrokken schoolhoofden, ter benoeming
tot onderwijzeres in de nuttige handwerken voor
meisjes voordragende