16 Augustus 1913.
225
„kingen niet licht mogen worden geschat. Daarom
„is reeds spoedig de gehouden conferentie gemaakt
„tot een onderwerp van bespreking in de commissie
„voor de tramzaken en al hetgeen daarmee in den
„ruimsten zin in verband staat. Na breedvoerige
„bespreking zijn in die commissie-vergadering de
„voornaamste bezwaren geresumeerd als volgt
„lo. de stroomprijs in gemeenten met groot maxi
mum-verbruik verschilt te weinig met dien in kleinere
„gemeenten.
„2o. aan de groot-industrie, genomen in zeer
„ruimen zin, zal in den regel rechtstreeks zonder
„tusschenkomst der gemeente worden geleverd, zoo-
„dat op die levering door de gemeente geen winst
„kan worden gemaakt.
„3o. de door de gemeente te maken winst is
„zeer beperkt, kan van geen beteekenis zijn en sluit
„accres uit.
„4o. de winst uit het gasbedrijf zal zeer worden
„gedrukt en de toeneming van het gasverbruik zal
„belangrijk verminderen.
„5o. de gemeente kan geen winst maken op den
„stroom, welke in hare omgeving, in zeer ruimen
„zin genomen, wordt geleverd, niettegenstaande juist
„zij het bedrijf voor de omgeving mogelijk maakt
„en zich daarenboven vele kosten voor die omgeving
„moet getroosten op verschillend gebied.
„Het wil ons voorkomen, dat hiermede de voor
naamste bezwaren zijn aangegeven. Er zijn echter
„nog verschillende andere, welke, al komen zij eerst
„in de tweede plaats, niet van gewicht zijn ontbloot.
„Wij noemen o. a. nog de volgende
„a. door gradueel verschil in de winst op gas en
„en die op electriciteit komt de gemeente tegenover
